Een eerste gewestelijk kadaster van vermoedelijk leegstaande woningen

Persbericht

Een eerste gewestelijk kadaster van vermoedelijk leegstaande woningen

 

Een team van onderzoekers van de ULB/VUB heeft in opdracht van de Staatssecretaris voor Huisvesting, Nawal Ben Hamou, een instrument ontwikkeld om authentieke gegevens te kruisen, waarmee voor het eerst een gegevensbank van vermoedelijk leegstaande woningen in het hele Gewest kan worden samengesteld. Het zou gaan om bijna 10.000 gebouwen die waarschijnlijk leeg staan, wat overeenkomt met 17.000 tot 26.400 woningen. Op termijn zal voor het hele grondgebied systematisch worden bijgehouden welke woningen leeg staan. Voor het eerst zal het Gewest eindelijk kunnen gebruikmaken van betrouwbare gegevens over leegstand.

 

Tijdens de vorige legislatuur (2016) gaf het Gewest, via een jaarlijkse projectoproep, subsidies aan de gemeenten om gemeentelijke observatoria voor leegstaande woningen op te richten. Ondanks dit systeem bleven de meeste gemeenten zoeken naar de juiste methode om leegstaande woningen op te sporen. In 2019 hadden slechts 5 gemeenten een inventaris ingediend met in totaal 657 leegstaande woningen.

 

De Staatssecretaris voor Huisvesting Nawal Ben Hamou heeft besloten de opsporing van leegstaande woningen op gewestelijk niveau te centraliseren via Brussel Huisvesting, dat al onderzoeken uitvoert en inbreukdossiers behandelt. Een team van onderzoekers van de ULB/VUB kreeg daarom de opdracht de haalbaarheid en de werkzaamheid van een telling van de leegstaande woningen in het hele Gewest te onderzoeken.

 

Het multidisciplinaire team van de ULB/VUB heeft duizenden gegevens over woningen in Brussel (van het kadaster, het Rijksregister, Vivaqua, de Dienst Stedenbouw, enz.) gekruist, en een mathematisch model opgesteld waarmee een eerste gegevensbank van vermoedelijk leegstaande woningen in het hele Gewest kan worden bekomen. Door dit wiskundige model toe te passen op het volledige gebouwenbestand van het Gewest, kwamen de onderzoekers uit op een schatting van bijna 10.000 gebouwen die waarschijnlijk leeg staan, wat overeenkomt met 17.000 tot 26.400 woningen.

 

“Aangezien de kadastrale gegevens niet up-to-date zijn, is het op dit moment niet mogelijk om te bepalen of al deze gebouwen daadwerkelijk als woning worden gebruikt en hoeveel individuele woningen elk van die gebouwen telt. Het gaat hier om vermoedelijk leegstaande woningen. De leegstand moet worden bevestigd na onderzoek door de inspecteurs van Brussel Huisvesting. Deze eerste gegevensbank is echter zeer nuttig omdat Brussel Huisvesting haar onderzoeken daardoor kan toespitsen op welbepaalde adressen en een goed beeld kan krijgen van de omvang van de problematiek”, verduidelijk Nawal Ben Hamou.

 

Er werden indicatoren bepaald waarmee aan de hand van een score kon worden aangegeven, over een periode van 5 jaar (2015 – 2020), hoe waarschijnlijk het is dat een gebouw leegstaat:

  • Geen domicilie: in het gebouw is er minstens één woning zonder domicilie
  • Laag waterverbruik: in het gebouw is er minstens één woning met een laag waterverbruik:
  • Nog een indicator voor leegstand is dat er meer woningen zijn dan domiciliëringen. Tot die vaststelling kan men komen door de gegevens over het aantal meters van Vivaqua te vergelijken met de gegevens van het Rijksregister.
  • Er zijn nog andere indicatoren opgenomen, die echter een kleinere invloed hebben op de score die aanduidt hoe waarschijnlijk het is dat een gebouw leegstaat: het feit dat op een bepaald adres een onderneming of handelszaak is gevestigd of dat er een belasting op een tweede verblijfplaats wordt geheven.

 

“Een adres waarvoor de vakjes "laag waterverbruik sinds 2015" en "geen domicilie sinds 2015" zijn aangekruist, zal qua waarschijnlijke leegstand hoog scoren”, legt de Staatssecretaris voor Huisvesting uit.

 

Wat zijn de volgende stappen?

 

  1. Gerichte onderzoeken. Brussel Huisvesting zal zich richten op panden waar de voorbije 4 jaar niemand gedomicilieerd was en waar geen of abnormaal weinig water verbruikt werd. Het gaat om 3.500 gebouwen , wat overeenkomt met ongeveer 13.500 woningen.

 

Op basis van deze 2 criteria heeft Brussel Huisvesting voor elke gemeente bepaald welke gebouwen prioritair moeten worden gecontroleerd:

 

Gemeente

Aantal prioritair te controleren gebouwen

Brussel-Stad

565

Anderlecht

457

Elsene

391

Schaerbeek

341

Sint-Jans-Molenbeek

268

Ukkel

215

Vorst

188

Sint-Gillis

142

Etterbeek

115

Evere

115

Ganshoren

112

Watermaal-Bosvoorde

99

Sint-Lambrechts-Woluwe

96

Jette

91

Sint-Joost

82

Oudergem

78

Sint-Pieters-Woluwe

70

Koekelberg

59

Sint-Agatha-Berchem

54

TOTAAL

3.538

 

  1. Extra personeel om deze onderzoeken uit te voeren. Er zullen extra middelen worden uitgetrokken om zoveel mogelijk panden te controleren en om de eigenaars in kwestie te sanctioneren. Het team dat leegstand onderzoekt, bestaat momenteel uit 9 inspecteurs, die alleen al dit jaar meer dan 3.400 onderzoeken hebben uitgevoerd. Uit een eerste analyse blijkt dat het huidige team vanaf 2022 met 5 extra voltijdse equivalenten moet worden versterkt om het aantal onderzoeken te kunnen opvoeren: die krachten zullen snel worden ingeschakeld, hetzij door interne overplaatsing hetzij door aanwerving.

 

  1. Een voltijdse equivalent gefinancierd door het Gewest en een gewestelijk ondersteuningsteam om leegstaande woningen opnieuw op de markt te brengen. De samenwerking met de gemeenten zal versterkt worden om leegstaande woningen opnieuw op de markt te brengen. Iedere gemeente die het huisvestingscontract ondertekent, krijgt een subsidie van 60.000 euro per jaar voor de aanwerving van één medewerker van niveau A. De voornaamste taak van deze medewerker zal erin bestaan contact op te nemen met de eigenaars die in overtreding zijn, om ervoor te zorgen dat zij hun goed opnieuw laten bewonen.

Daarnaast werd bij Brussel Huisvesting een ondersteuningsteam samengesteld om de gemeenten te helpen bij hun opdracht. Dat team bestaat uit acht vakdeskundigen (juristen, architecten, beheerders van werken, enzovoort).

 

“Het is de bedoeling dat de onderzoekers het instrument verder op punt stellen op basis van de resultaten van de onderzoeken die Brussel Huisvesting in 2022 en 2023 zal uitvoeren. Dankzij die aanvullende geobjectiveerde gegevens zal de gegevensbank van de leegstaande woningen nog nauwkeuriger worden en een nog duidelijker overzicht van de werkelijk leegstaande woningen bieden. Het gaat echt om een baanbrekend instrument: nooit eerder werd een systematisch overzicht gemaakt van de leegstaande woningen in het hele Brusselse Gewest”, aldus Nawal Ben Hamou.

 

“In een al sterk verstedelijkt Gewest waar de huisvestingscrisis vooral een crisis van betaalbare en behoorlijke huisvesting is, is het belangrijk eraan te herinneren dat het laten leegstaan van een woning zonder geldige reden een overtreding is. De opsporing van leegstaande woningen is een essentiële eerste stap in de strategie ter bestrijding van de leegstand die ik heb opgezet in het kader van het Noodplan voor Huisvesting. Dit Plan voorziet ook in de versterking van de teams die verantwoordelijk zijn voor de onderzoeken en sancties, de hervorming van het openbaar beheersrecht en de samenwerking met de gemeenten om leegstaande woningen weer op de markt te brengen", besluit de staatssecretaris voor Huisvesting.

 

Tags: