29 apr Een hervorming van de uithuiszettingsprocedure en de invoering van een algemeen wintermoratorium in Brussel
Persbericht
Een hervorming van de uithuiszettingsprocedure en de invoering van een algemeen wintermoratorium in Brussel
Op voorstel van staatssecretaris voor Huisvesting Nawal Ben Hamou, heeft de regering de hervorming van de regelgeving betreffende de uithuiszettingen goedgekeurd. Het Brussels Gewest stelt preventie centraal in deze nieuwe regeling, met vier kernmaatregelen: een aangepaste uithuiszettingsprocedure, een algemeen wintermoratorium voor alle – zowel openbare als private – woningen in het Gewest, de oprichting van een fonds om huurachterstanden te dekken en de invoering van een monitoring van de uithuiszettingen. Bij deze ongeziene hervorming is het Gewest een voorloper inzake het recht op huisvesting.
“Het is onze bedoeling ervoor te zorgen dat het OCMW proactief kan optreden vóór een uithuiszettingsprocedure en aan de huurder en de verhuurder in kwestie een oplossing kan voorstellen om een uithuiszetting te vermijden. Daarom was het absoluut noodzakelijk de regelgeving in haar geheel te herzien en zowel voor de huurders als voor de verhuurders in kwestie een rechtvaardige en solidaire oplossing te bieden", aldus staatssecretaris voor Huisvesting Nawal Ben Hamou.
Een aangepaste uithuiszettingsprocedure
De gerechtelijke uithuiszettingsprocedure wordt opgenomen in de Brusselse Huisvestingscode. De voorwaarden en termijnen worden herzien zodat de huurder beter geïnformeerd wordt, en zodat het OCMW proactief kan optreden en de huurder in elke fase van de procedure kan begeleiden.
- Elke rechtsvordering moet worden voorafgegaan door een ingebrekestelling die één maand voor de uithuiszettingsaanvraag wordt verstuurd en waarin de afrekening van de verschuldigde bedragen (huur en/of lasten) duidelijk en begrijpelijk wordt vermeld.
- Het OCMW moet voortaan in kennis worden gesteld van elke uithuiszettingsaanvraag zodra het verzoekschrift is ingediend, maar ook van elke beslissing tot uithuiszetting en van elke kennisgeving door de deurwaarder van de datum waarop de uithuiszetting zal worden uitgevoerd.
- Le délai de comparution devant le juge passera de 8 à 40 jours afin de :
- het OCMW een sociaal onderzoek kan uitvoeren voorafgaand aan de inleidende hoorzitting en de nodige tijd heeft om de meest gepaste hulp te bieden aan de huurder in kwestie
- de rechter en de partijen tijdens de inleidende hoorzitting kennis kunnen nemen van de resultaten van het sociaal onderzoek en de mogelijke oplossingsvoorstellen van het OCMW
- de partijen op basis van deze elementen in een bemiddelingsprocedure tot overeenstemming kunnen komen
- Brussel Huisvesting moet voortaan op de hoogte worden gebracht van elke beslissing tot uithuiszetting.
- De termijn waarbinnen de gerechtsdeurwaarder de bewoner op de hoogte moet brengen van de uitzettingsdatum wordt verlengd van vijf naar vijftien dagen.
Een algemeen wintermoratorium
Er wordt een algemeen moratorium van 1 november tot 15 maart ingesteld voor alle woningen van het Gewest. "Deze beslissing komt tegemoet aan de absolute noodzaak om tijdens de winterperiode huisvesting voor iedereen te waarborgen en de meest kwetsbare huurders te beschermen, die door een eventuele uithuiszettingsmaatregel in grote moeilijkheden zouden kunnen komen. Deze beschermingsmaatregel biedt de betrokken huurders ook een zekere stabiliteit in afwachting van sociale bijstand of een herhuisvestingsoplossing", verduidelijkt de staatssecretaris.
Een uitzondering op dit moratorium blijft mogelijk indien dit noodzakelijk is om veiligheidsredenen (openbare veiligheid of die van de bewoner) of indien het gedrag van de bewoner een verdere bewoning onmogelijk maakt (gevaar voor anderen of ernstig veiligheidsprobleem).
Een Fonds om huurachterstanden te dekken tijdens het moratorium
De huur blijft verschuldigd tijdens de moratoriumperiode. Indien de huurder in gebreke blijft, kan de verhuurder zich wenden tot het Solidariteitsfonds om zich te laten vergoeden. “We willen vermijden dat de verhuurder in moeilijkheden komt. Het Fonds zorgt er dus voor dat de schuld van de huurder tijdens het wintermoratorium kan worden geïnd", legt Nawal Ben Hamou uit.
Dit Fonds zal worden gespijsd door boetes die worden opgelegd aan eigenaars van ongezonde gebouwen en aan daders van discriminatie op de woningmarkt, en door administratiekosten in verband met de afgifte van conformiteitscontroleattesten.
De eigenaar kan een vergoedingsaanvraag bij het fonds indienen zodra alle maandelijkse betaaltermijnen tijdens de winterstop vervallen zijn, d.w.z. op 15 maart of vroeger indien de huurder de woning vóór het einde van de winterstop verlaat. Een kopie van het vonnis tot uithuiszetting moet bij deze aanvraag worden gevoegd.
Een monitoring van de beslissingen tot uithuiszetting
Er zal een monitoring van de uithuiszettingen worden georganiseerd om deze problematiek, die zware gevolgen heeft voor de betrokken personen, cijfermatig in kaart te brengen en doeltreffender aan te pakken. De monitoring zal door Brussel Huisvesting worden uitgevoerd op basis van de uitgesproken vonnissen tot uithuiszetting, die de griffies van de Brusselse vredegerechten zullen meedelen. Deze monitoring zal elk jaar op de website van Brussel Huisvesting worden gepubliceerd.
"Door deze monitoring kunnen we het gewestelijk beleid aanpassen op basis van duidelijke en betrouwbare gegevens over het aantal uithuiszettingen, de plaats en de redenen ervan, maar ook over de mensen die het grootste risico lopen om uit hun huis gezet te worden", besluit Nawal Ben Hamou.